Eindejaarswoorden, om te vergeten

door Marco van de Plasse

Hebben we over – pakweg – een half jaar weer een min of meer normaal leven met een stevige aai over de bol en een kleffe zoen op de wang, of zitten we toch nog ergens vast in een tweede of derde golf en zingtrommelen we vanaf onze betonnen balkonnetjes, klappen we nog steeds voor de zorg en wassen we nog om de dag onze handen stuk

Bij het begin van 2021 is het nog net tijd voor een korte reflectie van een bijzonder jaar, voordat de ooit beoogde groepsimmuniteit werkelijk een feit is. We doen dit digitaal, maar nou eens niet via zoom. We kijken terug op een jaar dat ons in menig opzicht op de proef heeft gesteld, en ook op een jaar met een schat aan nieuwe Nederlandse woorden, al hebben ze vrijwel allemaal te maken met maar één begrip: Corona. Niet gek natuurlijk, want we leven al zo’n tien maanden in een anderhalvemetersamenleving, bevinden ons in een meer dan intelligente lockdown, gaan af en toe wild wuivend op raamvisiteen hebben volgens afspraak de meest intieme blokjesverjaardag. Dit doen we nog altijd in opdracht van het Outbreak Management Team (OMT), vanzelfsprekend met een kleurrijk niet-medisch mondkapje op – zo je wilt, een integraalhelm ofgezichtsmasker of spuugscherm of afgezakte hoofddoek of neusmondsok of druppelvod – als we tenminste niet in zelfquarantaine zitten of een ander soort bubbel. En kom je per ongeluk of expres uit een rood of geel gebied, laat je neusgevoel je in de steek of heb je last van kuch- en hoestschaamte, dan ga je eerst even langs de teststraat voor een wattenstaaf-uitstrijkje of een snelle aerosolen-scan. Maar het blijft oppassen voor die ene superverspreider, want het hoge R-getal is nog immer in de maand, kijk maar op Hugo’s handige hep-app.

Inmiddels zijn we allemaal flink Coronamoe en vooral aan een nieuw leven toe. Meer dan ooit willen we onze knuffelcontacten flink opschalen, willen we af van ons Coronakapsel, laten we de Covididioten voorgoed in hun waan en begroeten we met hartstocht onze nieuwe Coronials, die negen maanden  geleden bij de eerste lockdown zijn geconcipieerd. Maar juich nooit te vroeg. De minister-president zinspeelde er al op in zijn voorlaatste dinsdagavondshow, middels een diepere kerstgedachte:‘we moeten met z’n allen voorkomen dat we elkaar met kerst- en nieuwjaar het virus cadeau doen.’ 

Nou, we weten inmiddels hoe de virusvlag erbij hangt. Een pandemie laat zich niet ringeloren door mooie metaforen, wel door raves en andere Coronafeestjes én door verraderlijke mutaties. Daarom is het land op slot, met uitzondering voor de vitale beroepen en meest essentiёle winkels. Nee, Covid-19 is pas echt getemd als er geen extrabesmettelijke varianten meer rondzweven, maar vooral als door het WK-vaccineren het in recordtijd gemaakte OxfordAstraZenicaPfizerModernavaccin zeer zorgvuldig ergens in je arm wordt gespoten, al of niet voorzien van een zogeheten RNA-messenger. Heel misschien is dan later dat beeldige mondkapje, hygiёnische handgelletje of onbegrijpelijke dashbord zomaar een gewild Coronagadget voor de fanatieke Mark(t)plaatsverzamelaar en Diederik Gommers liefhebber.

En wellicht denken we dan ook met weemoed terug aan de weerbarstige frontberichten op tv van die overuren makende verpleegsters en aan de rondcirkelende helikopter met de urgente IC-verplaatsing, aan het luchtledig raamzwaaien bij het verzorgingshuis en aan dat horeca-ondersteunende afhaalmenuutje of geurige koffietje-to-go in dat overgevoelige lichtkartonnen bekertje. Dit is dan allemaal gedenkwaardige verleden tijd, maar tevens het moment voor relativi-tijd. Alleen zo vergeten we die eindejaarswoorden weer vanzelf een beetje, al bestaat er voortaan wel een tijd vóór en een tijd ná Corona.

Allen een Kneepgoed vervolg van dit nieuwe jaar gewenst & … een hoopvol Coronavrij 2022!